Schelpen aan de Noordzee
Een van de leukste dingen die je kunt doen tijdens een vakantie aan de Nederlandse kust is het zoeken van schelpen. Lekker wandelen in het zonnetje, emmertje in de hand en dan speuren naar de mooiste vormen en kleuren in het zand.
Wat zijn schelpen eigenlijk?
Schelpen zijn best bijzonder. Het zijn uitwendige skeletten van weekdieren. Schelpen bestaan uit kalk en andere mineralen en geven het dier bescherming tegen invloeden van buitenaf zoals uitdroging, botsingen met andere zeedieren of aanvallen van roofdieren. Schelpen groeien tijdens het leven met het weekdier mee.
Welke schelpen liggen er aan de Nederlandse stranden?
De schelpen aan onze stranden zijn bijna altijd afkomstig van zogenaamde “tweekleppigen”, slakken of inktvissen. Schelpen zijn behoorlijk slijtvast. Als het weekdier is overleden blijft een schelp nog heel lang bestaan. De lege schelpen die je op ons strand vind, zijn soms al duizenden jaren oud. Je kunt zelfs fossielen vinden van miljoenen jaren oud. Als je twee helften van een schelp vind die nog aan elkaar zitten, dan weet je dat het weekdier dat erin zat nog niet zo lang geleden overleden is. Inktvissen hebben een heel breekbare schelp. Die zijn nooit heel oud.
Top 5 meest gevonden schelpen
De schelpen die je aan onze stranden het meeste tegenkomt zijn zo’n 3 cm lang en hebben blauwe, bruine of grijze strepen. Dit zijn Halfgeknotte Strandschelpen. De weekdieren die bij deze schelpen horen zijn eetbaar. De meeste schelpen vind je langs de laagwaterlijn en vooral bij oostenwind kun je ook kleine hoornschelpjes vinden zoals het Wenteltrapje. Hieronder een overzicht van de vijf meest gevonden schelpen. Drie van de vijf bewoners van deze schelpen zijn eetbaar!
1. Halfgeknotte Strandschelp (3 cm, eetbaar)
2. Grote Strandschelp (5 cm)
3. Kokkel (4 cm, eetbaar)
4. Mossel (6 cm, eetbaar)
5. Nonnetje (2,5 cm)
