Zeeschuim op het strand

Bij een wandeling op het strand is de kans groot dat je ze tegenkomt: zeeschuim. Het is de bijnaam van het rugschild van de inktvis. Inktvissen zijn goede zwemmers die grote afstanden kunnen afleggen. Soms spoelen de dieren zelf op onze kust aan, maar veel vaker de losse rugschilden.

Deze inktvisschelpen zitten bij het levende dier inwendig, aan de rugzijde. Ze bestaan grotendeels uit brosse kalk met gas tussen de kalklaagjes. Ze hebben daardoor een goed drijfvermogen en kunnen aanspoelen op grote afstand van de plaats waar het dier doodgegaan is. De rugschilden vind je het meest in de vloedlijn waar ze blijven liggen als de golven zich terugtrekken. De meeste schilden spoelen in de zomer en het najaar aan.

Kooivogels houden van de schilden, ook wel zeeschuim genoemd, vanwege de kalk en om hun snavel aan te scherpen

Inktvissen in de Noordzee

De gewone zeekat is de bekendste inktvis en komt in de Noordzee het meest voor. Je zult ze bij het zwemmen in zee overigens niet snel tegenkomen. Zeekatten zwemmen tenminste 3 kilometer uit de kust waar het water dieper is. Bovendien zijn ze vooral ‘s nachts actief als ze op jacht gaan naar garnalen en krabben. 

De zekerheid van: